Sparen en fiscus
Bij uw aangifte inkomstenbelasting heeft u te maken met drie boxen. In iedere box vallen bepaalde inkomsten. Dit is de indeling:
- Box 1: werk en woning (inclusief winst uit onderneming)
- Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang
- Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (vermogen)
Elke box heeft een eigen tarief. In box 3 wordt gekeken naar je inkomen uit sparen en beleggen. De Belastingdienst gaat ervan uit dat u over uw vermogen extra inkomsten ontvangt. Bijvoorbeeld de rente op uw spaargeld of rendement uit beleggingen. Over die extra inkomsten betaalt u mogelijk belasting in box 3.
Welke inkomsten vallen in box 3?
De belasting die u betaalt in box 3 wordt ook wel vermogensrendementsheffing genoemd. Inkomsten uit privévermogen worden hier belast.
Uw vermogen bestaat uit bezittingen zoals:
- Het geld op uw persoonlijke spaar- en betaalrekeningen
- Uw beleggingen, obligaties en winstbewijzen
- Een tweede woning of een huis dat u verhuurt
Welke bezittingen worden nog meer meegeteld in box 3? Bekijk een volledige lijst met bezittingen van de Belastingdienst. De bezittingen van uw fiscale partner en eventuele minderjarige kinderen moet u ook meetellen.
Update Prinsjesdag 2024
In het Belastingplan 2025 ontbreekt het vooral aan grote wijzigingen in box 3. Het tarief blijft in 2025 36% en het heffingsvrije vermogen wordt geïndexeerd van € 57.000 naar € 57.684. Hoewel de Hoge Raad het forfaitaire systeem discriminerend vond, blijft het in de wet staan. Dit houdt in dat voor overige bezittingen een forfaitair rendement zal gelden van 5,88% (in 2024: 6,04%). De rendementen op spaartegoeden en schulden zullen pas later bekend worden. Deze worden voor 2025 gebaseerd op gemiddelde spaarrentes en gemiddelde hypotheekrentes gedurende het jaar 2025.
Het in stand laten van het forfaitaire box 3-systeem betekent dat we vooralsnog een duaal stelsel houden. In de basis wordt belasting geheven op basis van het forfaitaire rendement, tenzij een lager werkelijk rendement behaald is. Bij een hoger rendement hoeft de belastingplichtige niet meer te betalen dan op basis van het forfaitaire systeem.
Duidelijkheid over compensatie voor eerdere jaren
Het kabinet heeft op Prinsjesdag ook meer duidelijkheid gegeven over hoe het om wil gaan met het bieden van compensatie voor eerdere jaren. Er is voor gekozen om iedereen die een aanslag inkomstenbelasting opgelegd heeft gekregen na het kerstarrest (24 december 2021), kan het werkelijk rendement aangeven via het nog te publiceren formulier ‘opgaaf werkelijk rendement’.
Ook komt het kabinet deels tegemoet aan niet-bezwaarmakers met definitieve aanslagen over eerdere jaren, als die aanslagen zijn opgelegd na het kerstarrest. Zij kunnen een verzoek om ambtshalve vermindering indienen en via die route toch ook gebruik maken van het formulier ‘opgaaf werkelijk rendement.’ Voor belastingjaren 2017 en 2018 is daarvoor de termijn van vijf jaar echter inmiddels verstreken. Voor die jaren staat compensatie via dit formulier alleen open als al eerder een verzoek is ingediend.
Voor niet-bezwaarmakers met definitieve aanslagen uit de jaren 2019 en 2020 biedt deze handreiking dus wel een kans om alsnog compensatie te krijgen. Het moet dan wel gaan om een definitieve aanslag van na 24 december 2021. Maar let op: voor 2019 verstrijkt de termijn al snel. Als u van deze mogelijkheid gebruik wilt maken dan zult u voor 31 december 2024 een aanvraag moeten doen. Voor het jaar 2020 is nog tot eind 2025 de tijd.
Wat is heffingsvrij vermogen box 3?
U moet belasting betalen als de waarde van uw vermogen boven een bepaald bedrag komt: boven het heffingsvrij vermogen. Over je vermogen onder die grens hoeft u geen belasting te betalen. Het bedrag boven het heffingsvrij vermogen heet ook wel de ‘grondslag sparen en beleggen’. Daarover betaalt u dus belasting.
Box 3 2023 – 2027
In box 3 zijn er dus een paar wijzigingen. Het doel van deze verandering is: rechtvaardiger belasten. Hieronder geven we een overzicht van de situatie voor 2023, de overgangsfase en het nieuwe stelsel vanaf waarschijnlijk 2027. Hierover is er een nieuw voorstel vermogensbelasting ingediend. Het kabinet moet hier nog een definitief besluit over nemen.
Waarom aanpassing van box 3 belasting?
Voorheen hanteerde de Belastingdienst in box 3 nog een vaste verdeling tussen spaargeld en beleggingen. Het gevolg hiervan was dat mensen met alleen spaargeld (laag rendement) in verhouding veel belasting betaalden, terwijl mensen met vermogen in beleggingen (hoog rendement) weinig belasting betaalden. Dit is volgens De Hoge Raad oneerlijk. Door de lage spaarrente is het rendement op spaargeld veel lager dan het rendement op beleggingen. Daarom heeft de Belastingdienst een paar wijzigingen doorgevoerd.
Wat gebeurt er met box 3 vanaf 2023?
De berekening van belasting in box 3 is dus aangepast. In de jaren 2023 tot en met 2026 is sprake van overbruggingswetgeving. Het belastingtarief in box 3 wordt verhoogd naar 36%. Deze verhoging zou eerst met stappen van 1% per jaar gaan, maar de laatste aanpassingen in het Belastingplan 2024 zorgen ervoor dat het tarief in box 3 in 2024 in één keer verhoogd wordt naar 36%. Het heffingsvrije bedrag voor 2025 is € 57.684.
Daarnaast zal de nieuwe berekening met terugwerkende kracht vergeleken worden met de berekening uit de jaren 2017-2020 (voor degenen die daar bezwaar tegen hadden aangetekend) en voor iedereen in 2021 en 2022. Als deze berekening gunstig uitvalt, krijgt u geld terug.
De Belastingdienst gebruikt bij de nieuwe berekening rendementspercentages op basis van de actuele percentages voor sparen, beleggen en lenen. De nieuwe percentages per groep worden ieder jaar bepaald.
Hoe werkt box 3 vanaf 2027?
Vanaf 2027 zal er een nieuw stelsel voor box 3 komen waarin het werkelijke rendement op vermogen wordt belast. U zult dan bij uw aangifte inkomstenbelasting de daadwerkelijk ontvangen rente in dat jaar moeten opgeven, samen met alle andere inkomsten uit vermogen. De Belastingdienst zal daarover belasting vragen.
Vermogensaanwasbelasting
U gaat jaarlijks vermogensaanwasbelasting betalen over rente en waardestijging van bijvoorbeeld aandelen. U betaalt dus wat uw vermogen u effectief oplevert.
Vermogenswinstbelasting
Is het moeilijker te zeggen wat de waardestijging is van uw vermogen? Dan betaalt u belasting op het moment dat u de investering verkoopt. U betaalt belasting over de winst.
Heffingsvrij inkomen
Een andere grote verandering is het heffingsvrije inkomen dat het heffingsvrije vermogen gaat vervangen. U gaat pas belasting betalen als uw inkomen uit vermogen (spaargeld of beleggingen) boven een bepaald bedrag komt. Naar verwachting is het heffingsvrije inkomen een bedrag van rond de € 1.000.
Box 3 compensatie
Om personen te compenseren die te veel vermogensbelasting hebben betaald is er een regeling ingesteld. Daarbij is er een belangrijk verschil tussen rechtsherstel (2017-2022) en de overbruggingswetgeving (2023-2025).
Wat is rechtsherstel box 3?
Te veel betaalde belasting in de jaren 2017 t/m 2022 zal volledig worden hersteld. Bij dit rechtsherstel wordt de nieuwe berekening vergeleken met de berekening uit het oude stelsel. De berekening die het gunstigst is wordt toegepast. Als u volgens de oude berekening te veel belasting hebt betaald, dan krijgt u dat deel terug. Als blijkt dat de oude berekening gunstiger voor u is dan hoeft u tot en met 2022 niet bij te betalen.
Wat is de overbruggingswet box 3?
In de periode van de overbruggingswetgeving (2023-2026) wordt de nieuwe berekening voor iedereen direct toegepast in box 3. Heeft u vooral inkomen uit beleggingen? Dan zult u waarschijnlijk meer belasting betalen dan voorheen. Heeft u vooral spaargeld? Dan betaalt u juist minder. Voor de box 3-belasting in de jaren 2023-2026 kunt u waarschijnlijk geen compensatie krijgen achteraf.
Tarieven box 3
Het belastingtarief in box 3 is 31% in 2022 en 32% in 2023. In 2024 en 2025 is het tarief 36% en daarna blijft het tarief waarschijnlijk 36%. Daartegenover staat dat het heffingsvrije vermogen (het vermogen waarover u geen belasting betaalt) ook is gestegen: van € 50.650 per persoon in 2022 naar € 57.684 per persoon in 2025. I
Wat is het tarief in box 3?
JAAR | TARIEF BOX 3 |
---|---|
2022 | 31% |
2023 | 32% |
2024 | 36% |
2025 | 36% |
2026 | 36% |
Heffingsvrij vermogen 2025, spaargeld en vermogen in box 3 van de inkomstenbelasting:
U bent alleenstaande | 57.684 euro |
Fiscale partners | 115.368 euro |